|
In den Naeme des Heeren onses Godts Amen Bij desen openbaren instrumenten, bij condt ende hemelijcken, eenen ijegelijcken die desen sal worden vertoont, dat op huijden den achsten dach der maent meij 1697 compareerden voor mijn Charles van der Mast openbaer notaris bij den edele mogende souverainen stade van Brabant in 's Gravenhaghe geadmitteert binnen Bergen op den Zoom residerende, in de presentie van de geloofsweerdige getuijgen naergenoempt, den eersaemen Cornelis Tammeris, bouwman binnen Genderen, int Lant van Heusden, weduwenaer van wijlen Gieltjen van Strijpen, toecomenden bruijdegom ter eenren stade de eerbaere Elisabeth Janssen Stoop jongedochter van Zevenbergen woonachtich alhier, geadsisteert (voor soo veele des noot) met mijn notaris haeren in desen gecoozenen momboir toecomende bruijt ter anderen zijden, welcke comparanten bij desen verclaerden voorgenomen en besloten te hebben haer (door Godts Zegen in genaeden) metten anderen te begeven in den heilige huwelijcken staet, gelijck des naer Godts ordenninghe behoort, doch alvoorens daer toe te treden te saemen hebben opgericht, dit contract antennuptiael ofte huwelijcksche voor waerden, in den manieren naervolgende eerstelijcken is tusschen de conthoraelen besproken en besonderlijcks gecondittionneert dat sij wedersijts sullen blijven op haere eijgens goederen, waer van een ijeder behoorlijke staet en inventaris sal hebben te maecken en opterichten, en vervolgens wedersijts bij den anderen te onderteecken welckers revenuen ofte bladingen vandien tot subsistentie van 't huijshouden sullen moeten worden ingebracht, gelijck alle andere baten en proffijten, den eenen sal voor des anders schulden voor dato van dit huwelijck gemaeckt niet aenspreckelijcken sijn, maer alle de schulden staenden huwe- lijcken te causeren sullen uijtten gemeenen boedel moeten betaelt en voldaen worden gelijck alle de conquesten oock int scheij- den van de bedde halff en halff sullen worden getrocken en geproffiteert, ende ingevalle hij bruijdegom voor sijne toecomende huijsvrouw eerst quam te overlijden dat deselven insulcken gevall voor een douarie (boven haer ingebrachte goederen) sal proffiteren uijt sijns eerste comparantes geweesten naertelaetene goederen eene somme van achthondert carolus gulden ende bij aldien sij toecomende bruijt voor haeren gemelte bruijdegom ofte man quam afflijvigh te worden, dat denselven insgelijcx boven sijns ingebrachten goederen sal trecken en proffiteren eene somme van vijff hondert carolus gulden onder welckers conditie en gestipueerde pointen, de conthoraelen van meijninghe sijn haer voorgenomen huwelijck te doen hebben den behoorlijke voortgaenck en te laeten solemniseren bege- rende sij conthoraelen, dat dit haer contract altoos sal stadt grijpen, en volcomen effect sorteren, soo ende gelijck het selve alderbest bestaen en valideren mach niettegenstaende eenighe 's lants, stadts geschreven rechten coustuijmen ofte usantie den innehouden deser eenighsints waren contravierende, sonder argh ofte list. Aldus gepasseert en gestipu- leert binnen Bergen voornoemt datum ut supra, present Mons. Pieter Giou ende Pieter Larivieere als getuijgen die dese minute benevens de comparanten en mij notaris te saemen hebben onderteekent bladinge = vruchtgebruik causeren = veroorzaken, voortbrengen conquest = overwinst conthoraelen = bruid en bruidegom, huwelijkspartners douarie = deel van de gemeenschappelijke goederen die toebehoorden aan overlevende echtgenoot, weduwnaar, of weduwe revenuen = inkomsten solemniseren = plechtigen subsistentie = levensonderhoud usantie = gebruik ut supra = als boven, als hiervoor, zoals hierboven beschreven |